Peerevaluatie:
Het evaluatieformulier:
Groep van XXXX
draaiboek + materiaal
|
40,0
|
|
koppeling ET en LPD
|
2,0
|
1,5
|
selectie ET en LPD
|
3,0
|
2,0
|
concrete doelstellingen
|
3,0
|
2,0
|
doelgroep
|
3,0
|
2,0
|
rollen gids en lk
|
3,0
|
1,5
|
theoretische transfer
|
3,0
|
1,0
|
activiteiten
|
15,0
|
10,0
|
didactisch materiaal
|
6,0
|
3,5
|
opbouw algemeen
|
1,0
|
0,5
|
Taal
|
1,0
|
0,5
|
24,5
|
Rangschikking Educatieve Dienst Museum
o.b.v. praktische haalbaarheid en aandacht voor museumobjecten: 1ste plaats
Rangschikking door lesgevers o.b.v. het
gehele draaiboek: 4de plaats
Individuele
scoring:
Logboek : zeer goede verslaggeving en
reflectie
Peerevaluatie: groepsgemiddelde: 7,95 -
gemiddelde XXX: 8,41
Zelfevaluatie: vrij correcte inschatting
voor het proces; lichte overschatting product
Presentatie: OK
Eindresultaat:
Theorie
/20
|
Mondelinge voortzetting
|
Practicum product /40
|
Indiv correctie
(-2,5 tot +2,5)
|
Presen-tatie /7,5
|
Practicum
/20
|
Totaal
/20
|
||
XXXX
|
XXXX
|
13.25
|
24.5
|
+2.46
|
5.5
|
12.98
|
13
|
Interview professor Engels
1. Waarom wordt er gebruik gemaakt van verschillende evaluatiemanieren zoals een portfolio, peerassessment, een zelfevaluatie, een evaluatie door het werkveld, een evaluatie door u en de assistent en een presentatie? Dit doe ik op basis van de doelstellingen en
de inhoud van het vak. Het vak loopt door in twee semesters. In het eerste
semester ligt de nadruk op de theorie, het beheersen en kunnen toepassen
daarvan. Het tweede semester moet de theorie actief gebruikt kunnen worden en
moeten de studenten zelf educatief ontwerpen. De generieke doelen van het vak
zijn: leidinggeven, coöperatief leren (en dit ook meenemen in activiteiten),
zelf leren evalueren en een samenwerking tussen het werkveld/de stakeholders
bewerkstelligen.
2. Kent u het Universal Design for Learning? Kan u dit kort omschrijven? (zo niet geven wij een uitleg) Niet direct, misschien als jullie het opnoemen. (na uitleg) Niet iedereen opleiding leent zich voor deze manier van leren naar mijn mening.
3. Hebt u zich hierdoor laten inspireren? Weet u dat u gebruik maakt van deze principes? Nee. Een element wel is om aan te sluiten bij de leerstijlen van de studenten (ook vanuit de wetenschap/literatuur). Zoals ik het zie is UDL kenmerken van goed onderwijs, zoveel mogelijk rekening houden met de doelgroep (en dat is lastig!).
4. Wat vind u zelf positief en negatief aan u manier van werken? Positief. Dit vak zit in de leerlijn naar meer zelfsturing. Vanuit verschillende studies leren studenten een andere manier van sturing. Hoe studenten is het laatste jaar zelfsturen is goede vooruitgang. Negatief. Het kost veel tijd, dat is een nadeel voor de docent. En deze manier van werken bevalt niet bij alle studenten...
5. Wat kan er nog verbeterd worden? Als er meer tijd zou zijn dan zou er in dit vak niet alleen terugkoppeling over het product maar ook meer over de peer evaluatie kunnen plaatsvinden.
6. Werkt u bij andere vakken op een andere manier? Waarom? Dit vak zit op de wip van Bachelor naar Master. Mastervakken zijn anders. Ik werk in de meeste vakken met evaluatie (maar dan wel in andere vormen). Voorheen waren er minder studenten in de master, dus nu moet ik dit herzien vanwege meer studenten. Bij het vak opleidingsdidactiek wordt er naast een theoretisch kader ook gewerkt met trainingen (coaching etc), daar horen ook vormen van evaluatie bij. De focus ligt wel op het toepassen van theorie. Ik maakte ook gebruik van coaching in de praktijk, maar moet dit nu ook herzien.
2. Kent u het Universal Design for Learning? Kan u dit kort omschrijven? (zo niet geven wij een uitleg) Niet direct, misschien als jullie het opnoemen. (na uitleg) Niet iedereen opleiding leent zich voor deze manier van leren naar mijn mening.
3. Hebt u zich hierdoor laten inspireren? Weet u dat u gebruik maakt van deze principes? Nee. Een element wel is om aan te sluiten bij de leerstijlen van de studenten (ook vanuit de wetenschap/literatuur). Zoals ik het zie is UDL kenmerken van goed onderwijs, zoveel mogelijk rekening houden met de doelgroep (en dat is lastig!).
4. Wat vind u zelf positief en negatief aan u manier van werken? Positief. Dit vak zit in de leerlijn naar meer zelfsturing. Vanuit verschillende studies leren studenten een andere manier van sturing. Hoe studenten is het laatste jaar zelfsturen is goede vooruitgang. Negatief. Het kost veel tijd, dat is een nadeel voor de docent. En deze manier van werken bevalt niet bij alle studenten...
5. Wat kan er nog verbeterd worden? Als er meer tijd zou zijn dan zou er in dit vak niet alleen terugkoppeling over het product maar ook meer over de peer evaluatie kunnen plaatsvinden.
6. Werkt u bij andere vakken op een andere manier? Waarom? Dit vak zit op de wip van Bachelor naar Master. Mastervakken zijn anders. Ik werk in de meeste vakken met evaluatie (maar dan wel in andere vormen). Voorheen waren er minder studenten in de master, dus nu moet ik dit herzien vanwege meer studenten. Bij het vak opleidingsdidactiek wordt er naast een theoretisch kader ook gewerkt met trainingen (coaching etc), daar horen ook vormen van evaluatie bij. De focus ligt wel op het toepassen van theorie. Ik maakte ook gebruik van coaching in de praktijk, maar moet dit nu ook herzien.
Reflecties van leerlingen over dit vak:
Leerling 1: Het feit dat je op meerdere
manieren geevalueerd werd vond ik persoonlijk wel positief. Het feit dat je
jezelf moest evalueren gaf de mogelijkheid tot inzicht, bewustwording in/van je
eigen manier van werken waardoor je jezelf kon verbeteren doorheen het proces.
De peerevaluatie vond ik ook goed omdat je zo de mensen die er heel hard aan
werkten ook de credit kon geven tegenover dat je de mensen die er een beetje
hun voeten aan veegden ook bekend kon maken. Doordat je ook een presentatie
moest geven kon je zowel op je mondelinge als je schriftellijke capaciteiten
beoordeeld werd. Ook was het fijn dat je zowel door de proffen beoordeeld werd
als door de opdrachtgevers. Het feit dat iedereen een individueel portfolio
moest bijhouden vond ik ook goed aangezien iedereen dan ook nog eens apart
beoordeeld wordt waardoor de proffen ook konden zien wat e individueel maakte.
Leerling 2: Ik vond het niet echt prettig.
Ik voelde het als een beetje achterbaks eigenlijk. Ik vind dat je binnen de
groep de taken eerlijk en openlijk moet verdelen. Als dat niet lukt, is
iedereen daar schuldig aan, ook de harde werkers. Door het systeem van
evalueren krijg je niet de kans om iedereen dezelfde punten te geven, omdat je
dan juist toont dat je ongeinteresseerd en onverantwoordelijk bent, terwijl je
iemand die misschien minder doet, maar een goede of kritische input geeft
evenveel punten wilt geven. Verder denk ik dat je feedback op je eigen gedrag
voldoende krijgt als je oplet op de reacties van groepsleden. Vroeger of later
moet dat toch wel doordringen. Het dagboek was voor mij een mysterie, ik had
best wat pagina's volgeschreven met reflecties, maar de opmerking was dat de
reflectie ontbrak... Omdat er geen mondelinge feedback was, heb ik hier niets
van geleerd. ( de schriftelijke feedback gaf niet voldoende info).
Leerling 3: Ik vond deze manier van
evalueren heel goed, want zo werden we op verschillende vaardigheden
beoordeeld. Je werd ook niet door 1 persoon beoordeeld en dus was je er zeker
van dat je geen subjectieve punten kreeg. De peerevaluatie vond ik heel goed
want zo kon de prof zien wie veel werkte en wie minder werkte. Ik vond het leuk
dat hiermee rekening werd gehouden. Ik vond het wel jammer dat dit vak een hele
zware werklast had want deze was zeker niet te onderschatten. Je moest veel
verschillende taken maken en hierdoor ervaarde ik een grote werklast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten